Lezing:
"De Joden in Midden-Limburg" door de heer
mr. H. van der Bruggen
Woensdag 9 april 2014
Op woensdag 9
april 2014 hield de heer mr. Hein van der Bruggen een inleiding over de
geschiedenis van de Joden in Midden en Noord Limburg.
Jacob Hiegentlich* : “Wat dee je in Jeruzalem, als je hier kon lachen en
biljarten in de Zwarte Ruiter en voor de najaarsverkoop moest zorgen? “
De heer van der Bruggen begon met een korte beschrijving van wat hij als een
Jood beschouwt. Er zijn diverse definities te benoemen maar hij gaat uit van:
“Zij die zich volgens geloof en/of cultuur als Jood beschouwen”. Daarna doorliep
hij in het kort de geschiedenis van de Joden en de vervolging ervan. Het begon
met de verwoesting van de tempel in 70 n. Christus. De Joden verspreidden zich
over Europa. Zo is bekend dat in 321 de eerste Joden zich in Keulen vestigden en
de eerste notitie over Joden in Roermond stamt uit 1275, dit blijkt uit
aantekeningen van de belasting en uit nog bestaande aktes. In het Rijnland
bloeit het Jodendom tussen 950 en 1250 op. Dan breekt de “Pesttijd” aan, de
Joden krijgen de schuld, ze zouden de bronnen waaruit men water putte vergiftigd
hebben. Tijdens het concilie van Lateranen in 1215 werd de omgang met joden
verboden. Opmerkelijk is ook dat de Joden in de verschillende gebieden van
Europa anders behandeld werden. Soms kwam het ook voor dat de Joden getolereerd
werden mits ze een flinke som geld betaalden en er een economisch nut
aantoonbaar was.
Tijdens de Franse revolutie is er gelijkheid van rechten, ook voor de Joden. Ze
vestigden zich weer in Roermond en Venlo. In 1822 bouwden ze hun eerste synagoge
aan de Hamstraat in Roermond, deze werd in 1853 vervangen door een nieuwe. De
Joodse gemeenschap bestond toen uit 140 personen. Na die tijd trad er weer een
teruggang op mede door de verzuiling, de houding van de katholieke kerk en de
oprichting van puur katholieke bewegingen. De economische tijden verslechterden,
er kwam nauwelijks nog nieuwe industrie, er was weinig te handelen voor de
Joden. Ook bestond er in die tijd, begin van de twintigste eeuw, een fel
antisemitisme, met name gevoed door uitgaves van drukkerij Waterreus. Toch
werkten er in Roermond heel wat bekende winkelierfamilies zoals de familie
Hiegentlich, Goedhart en bestond er een zogenaamd Jodenhotel op het
Stationsplein. Tussen 1933 en 1940 vestigden zich veel uit Duitsland gevluchte
Joden in Roermond. Een van hen was de bekende verzetsstrijder Max Behretz. Hij
werd toch opgepakt en in Berlijn in 1942 onthoofd.
Stelselmatig werden ook in Roermond tijdens de Tweede Wereldoorlog de Joden
afgevoerd (te werk gesteld) te beginnen op 2 augustus 1942. 250 Joden vertrokken
waaronder Edith en Rosa Stein. Op 25 augustus volgde de tweede groep en
tenslotte werden op 9 april 1943 de zieken en bejaarden afgevoerd. De meesten
werden binnen veertien dagen in de kampen vermoord. Veel mensen wilden vluchten
maar dit lukte slechts gedeeltelijk. Aangrijpend was het verhaal aan de hand van
een foto voor de oorlog gemaakt van een groepje bekende Joodse Roermondenaren en
hun ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog, aangevuld met het verhaal van
Jeanette Passmann-Vogelsang. Zij werd opgepakt tijdens een vluchtpoging naar
Zwitserland en vanwege haar Joodse uiterlijk was haar lichaam voorbestemd voor
een museum in Straatsburg. Haar relaas is opgeschreven in het boek: “Die namen
der Nummern” van Hans Joachim Lang.
Ter nagedachtenis aan de verdwenen Joden uit Roermond staat een monument op de
binnenplaats van de voormalige synagoge met daarop 133 namen. Wat de Duitsers
aanrichtten in Limburg blijkt wel uit de cijfers. Woonden er voor de oorlog 1500
Joden in Limburg, erna nog 297. Voor Roermond was dit 140 voor en 24 na de
oorlog. De Joodse gemeenschap heeft zich maar gedeeltelijk hersteld van de
slagen in de oorlog opgelopen. Wel valt er te constateren dat het Jodendom in
Duitsland wel weer groeit, mede door de instroom uit Oost-Europa. Limburg telde
in 1986 nog een Joodse gemeenschap, namelijk in Maastricht.
*Joodse dichter uit Roermond die vooral in Amsterdam leefde in kunstenaarskring
in de buurt van het Leidseplein. Hij pleegde op de avond van de 14e mei 1940
zelfmoord. Hij werd 33 jaar oud.
Ruim 50 zeer geďnteresseerde toehoorders woonden deze lezing bij.
Verslag: Jan Vissers,
secretaris.
|