"Van Sint Maarten tot Maria
Lichtmis", Kerst- en Carnavalsgebruiken en hun heidense oorsprong. Lezing door
de heer Ton Spamer.
Woensdag 17 december 2014
Als we de huidige Christelijke
feestdagen op een tijdlijn zetten dan valt op dat veel feestdagen samenvallen
met oude heidense feestdagen. 11 november - Sint Maarten, 40 dagen vóór de
zonnewende, 25 december - Kerstmis, valt vrijwel op de zonnewende en valt op de
dag van het Romeinse Saturnus feest. en 2 februari - Maria Lichtmis, 40 dagen ná
de zonnewende. De 40-dagen periode herinnert aan het verblijf van Jezus in de
woestijn. Een andere samenhang is er tussen 1 november, het Keltische Samhain
feest en het Christelijke Allerheiligen. Constantijn de Grote heeft de aanzet
ertoe gegeven om heidense praktijken te adopteren om zo acceptatie te kweken
voor het Christendom.
Figuren zoals wij die nu kennen hebben vaak een lange evolutie doorgemaakt. Al
700 jaar geleden was in Neurenberg de "Schimmelreiter" bekend. Deze "Schimmelreiter"
was weer afgeleid uit de mythe van de "wilde Jagd", de verschijning van Wodan op
zijn paard gedurende de "Rauhnächte", de tijd tussen Kerstmis en Driekoningen.
Vergelijkbare symboliek is ook te vinden in Engeland, in de "Morrisdansen". Uit
deze "Schimmelreiter" is onze Sinterklaas geëvolueerd. Zwarte Piet is in 1850
geïntroduceerd in het boekje "Sint Nicolaas en zijn knecht".Het boekje eindigt
met het vertrek van Sinterklaas met een heteluchtballon!
Brood had ook een grote symbolische betekenis. De krakeling ofwel de "Brezel" is
al bekend vanaf de 11e eeuw. De vorm herinnert aan de slang, die symbool stond
voor het eeuwige leven. Het teken
∞
als symbool van oneindigheid herinnert aan de slang en is terug te vinden in de
krakeling.
Omkering van waarden is een steeds terugkerend thema bij de historische
feestdagen. Op 26 december hebben de "Onnozele kinderen" het die dag voor het
zeggen. Iedereen kent Prins Carnaval die symbolisch de sleutels overhandigd
krijgt en gedurende drie dagen de baas is in de stad. In Frankrijk bestaat het "Fête
des fous" vanaf de 13e eeuw, Quasimodo wordt rondgedragen met een pauselijke
kroon op het hoofd en heeft die dag speciale bevoegdheden, zoals het begenadigen
van gevangenen. In onder andere Nîmes, Salisbury en Palencia is de
jongensbisschop een oude traditie. Deze jongensbisschop had ook speciale
bevoegdheden die dag. Het was een ongewenst verschijnsel in de Katholieke kerk
omdat het maar liefst op 3 concilies officieel werd verboden. Toch wordt het tot
heden gevierd in Palencia op het feest van Maria Lichtmis.
Het manipuleren van kinderen door bangmakerij is een ander steeds terugkerend
thema. Er zijn oude prenten van een straffende Sinterklaas. In de Alpen wordt
Sinterklaas afgebeeld met "Krampus", de klauwenman om de kinderen angst aan te
jagen en aan te zetten tot gehoorzaamheid. Vermommingen zijn natuurlijk ook van
alle tijden. Voor één dag iets of iemand anders zijn dan je normaal bent.
De "Korenmoeder" is een gebruik om de laatste schoof van de oogst achter te
laten op het land. Dit herinnert aan de Romeinse god Ceres. Het wordt nog steeds
gepraktiseerd in Berchtesgaden, maar men kan het ook nog terugvinden in
Engeland.
Veel feesten met het paard als symbool hebben een oorsprong in de heidense godin
Epona. Zo bestaat in Frankrijk "Les Chevaux Frux", een vruchtbaarheidsdans. De
oeroude muziek die erbij hoort is door Bizet gebruikt in zijn suite Arlésienne.
Uit deze opsomming blijkt de evolutie van de feesten zoals wij die nu kennen en
de soms heidense oorsprong. Het is misschien een mooie aanleiding om op een
feestdag eens even de tijd te nemen voor een kleine recherche naar de herkomst
ervan!
Verslag: Pieter
Jakobs
|