Lezing:
"Met Napoleon naar Moskou"
Gehouden in "De Leste Geulde"
op woensdag 18 april 2012 door dr. Joost Welten uit Rucphen
De heer Joost
Welten bracht zijn jeugd door in Weert. Na de middelbare school ging hij aan de
Universiteit van Utrecht geschiedenis studeren. Hij werkt momenteel als
freelance publicist vanuit zijn woonplaats Rucphen. In oktober 2007 promoveerde
hij op een proefschrift “In dienst van Napoleons Europese droom. Thans heeft hij
een boek samengesteld met de filoloog Johan de Wilde van de geschriften van
Joseph Abbeel.
In het boek wordt verslag gedaan op welke ongelooflijke wijze Joseph Abbeel de
tocht met Napoleon naar Moskou heeft overleefd. De geschriften van Joseh Abbeel
lagen bijna 90 jaar onaangeroerd in de bibliotheek van de Universiteit van Gent.
Met een leger van 600.000 soldaten begon Napoleon aan zijn veldtocht. De
soldaten kwamen uit heel Europa en natuurlijk ook uit Nederland. Ook uit onze
regio hebben soldaten meegevochten b.v. Meijel, Buggenum. Slechts 20.000 man
overleefden de veldtocht.
Abbeel wordt in 1806 op 20 jarige leeftijd voor het leger opgeroepen.
Het grote probleem voor Napoleon was de logistiek van de voorraden voor de
soldaten en paarden. Hij begon te laat in het jaar aan de veldtocht, gezien het
voedsel van de paarden dan pas van de velden kwam. Dit kwam hem in Moskou duur
te staan, daar hij in oktober aan zijn terugtocht begon, nadat hij op 20
september 1812 Moskou had bereikt en de Russen de stad in brand staken. Voor het
eten werden dode en gewonde paarden gebruikt, en voor de warmte werden vuren
gestookt waar men zich om de twee uur omdraaiden, anders bevroor men alsnog met
temperaturen van -20 tot – 30 graden.
Joseph Abbeel was een persoon met een hoog sociaal contact. Deze hadden ook de
meeste kans van overleven. Hij werd 3x krijgsgevangene gemaakt en is 3x
gevlucht.
Enkele ontberingen die Joseph Abbeel in zijn manuscript heeft vermeld zijn b.v.
de tocht door Polen in 1807 waar hij ziek wordt en zijn kameraden denken dat hij
overleden is, wordt hij in een lijkzak genaaid en ten grave gedragen. Net op
tijd zien ze dat de zak beweegt en wordt hij bevrijd. In 1809 wordt in
Oostenrijk zijn paard onder hem doodgeschoten, maar door zich aan de staarten
van twee paarden van zijn kameraden vast te grijpen, wordt hij rijdend van het
slagveld gesleurd. Tijdens de slag bij Borodino op 7 september 1812, de
bloedigste strijddag in de oorlog, waarbij slechts 10.000 van de 130.000
soldaten overleven, raakt Abbeel gewond.
Hij weet amputatie te voorkomen maar de wond geneest niet goed. De
verzorgingspost deed vooral amputaties en wel 200 amputaties binnen 24 uur.
In 1813 vlucht hij naar Hamburg en wordt daar voor de 4x maal krijgsgevangene
gemaakt en moet hij weer terug naar Moskou. In 1817 is er een slot gekomen aan
de belevenissen Joseh Abbeel.
Verslag: Arie Snellen.
|