Excursie
Essen met een bezoek aan "Welterbe Zollverein" en aan Museum Folkwang
14 april 2012
Blik vanuit de bus op ons reisdoel "Zollverein"
Er hebben zich 38 deelnemers gemeld
voor deze reis. We zijn iets te vroeg, de grote roltrap met een hoogte van 24
meter die leidt naar het "Ruhr Museum" is nog gesloten.
Langzaam opent zich het luik...
Kennismaking met onze gids nadat we
"Kaffee und Kuchen" hebben gehad in Café "Kohlenwäsche"
Tussen de machines. Het museum is
ontworpen door Rem Koolhaas. De machines zijn op hun oorspronkelijke plek
gebleven.
Trappenhuis in het "Ruhr Museum". De
rode lichtgeleiders wekken een associatie op met vloeiend ijzer uit de
hoogovens.
Uitvoerige toelichting door onze
Nederlandstalige gids.
Uitstappen uit de bus van busbedrijf
"Ghielen", in het centrum van Essen.
Na het bezoek aan het Folkwangmuseum.
Op weg naar de bus...
"Weltkulturerbe Zollverein"
Toen de mijnactiviteiten ten einde
liepen werd de vraag gesteld: “Hoe nu verder met dit complex”? Op veel plaatsen
werden de grote industriële complexen gesloopt om plaats te maken voor
woningbouw. Ook voor het Zollverein complex werd door de eigenaar, Ruhrkohle AG,
een sloopvergunning aangevraagd. Maar de krachten die streefden naar behoud van
dit grote complex met zijn geweldige architectuur en zijn grote betekenis voor
de economische ontwikkeling waren sterker. Enkele dagen voor de laatste ploeg
zijn werk beëindigde werd Zollverein door de minister tot monument benoemd.
Het principe was behoud door een nieuwe bestemming aan het complex te geven. Al
in 1987 ontstond het idee om Zollverein een culturele bestemming te geven om
zodoende de economische transformatie van het Ruhrgebied een impuls te geven. De
hallen werden gerestaureerd en de eerste huurders trokken in. Dat waren vooral
kunstenaars en de creatieve industrie. Culturele manifestaties trokken meer en
meer bezoekers naar de ooit “verboden stad”. Ook de cokesfabriek werd voor het
publiek toegankelijk gemaakt, voor de eerste keer in 1999 door de
eindpresentatie van de internationale Bouwtentoonstelling van het Emscher Park
“Sonne, Mond und Sterne” die handelde over de geschiedenis en de toekomst van
energie.
Met de opname in de lijst van wereldcultuurerfgoed op 14 december 2001 werd de
op Zollverein tot een eind gekomen structuurverandering bekrachtigd. Een
monument moet uniek en authentiek zijn om in deze lijst te worden opgenomen.
Maar het moet ook een rol spelen in het openbare leven. In het door Rem Koolhaas
ontwikkelde masterplan wordt consequent voldaan aan deze eis. De sanering van de
hallen en de pleinen is nu bijna gereed en nieuwe gebruikers worden gezocht. Ook
de kolenwasinstallatie, het grootste gebouw van Zollverein, werd van 2003 tot
2006 uitgebreid omgebouwd van een machinepark tot een museum. De gevels en de
machines werden gerestaureerd en het gebouw werd voorzien van moderne techniek.
Tot slot werd de “Gangway” toegevoegd, een 58 meter lange vrijstaande roltrap
leidt direct naar de 24 meter hoog gelegen hal die sinds 4 december 2009 de
zetel is van het nieuwe RUHR.VISITORCENTER / Besucherzentrum Ruhr. Één
verdieping hoger ligt het “Portal der Industriekultur”. Met het openingsfeest
bij
gelegenheid van de benoeming tot cultuurhoofdstad RUHR.2010 is het Ruhrmuseum in
de voormalige kolenwasserij geopend. Op drie verdiepingen toont het de
geschiedenis, en de toekomst van het Ruhrgebied en vormt het het culturele
geheugen van de streek.
Met het SANAA gebouw is de eerste nieuwbouw op het terrein tot stand gekomen
sinds 50 jaar. Een architectonisch meesterwerk van het Japanse bureau SANAA, een
grijze kubus, machtig en zwierig tegelijk met 123 ramen die willekeurig
geplaatst lijken te zijn. De nieuw te bouwen designstad op schacht 1/2/8 begint
vorm te krijgen. De designstad No1 biedt ruimte aan nieuwe bedrijven en ateliers
en de designstad No2 volgt. De cokesfabriek zal ook verder worden uitgebreid en
wacht nog op investeerders. Het ZOLLVEREIN® Park neemt al een concrete vorm aan
als recreatiegebied voor omwonenden. Ook is er op het grondgebied een zeldzame
flora en fauna te vinden.
Intussen biedt het complex werk aan zo’n 1000 mensen en dus is er geen sprake
meer van een stillegging. Zollverein is het creatieve centrum van het Ruhrgebied
geworden, het complex trekt zo’n miljoen bezoekers per jaar. Zollverein is de
structuurverandering in het Ruhrgebied te boven gekomen en is zich bewust van de
industriële wortels en tegelijk van zijn verantwoordelijkheid voor de toekomst!
Museum Folkwang
Museum Folkwang –in het oudnoorse
versepos Edda betekent het begrip Folkvangar (Volkshal) het paleis van de godin
Freya- werd in 1902 door Karl Ernst Osthaus (1874 – 1921) opgericht in de
Westfaalse industriestad Hagen. Het benodigde kapitaal had de toenmalige student
kunstgeschiedenis, literatuur en filosofie gekregen uit een erfenis. Het museum
heeft zich in een korte tijd ontwikkeld tot een van de leidende musea in
Duitsland van moderne kunst. Folkwang toonde als eerste museum werken van de
pioniers van de moderne kunst als Césanne, Gauguin, van Gogh en Matisse. Na de
dood van de stichter in 1921 werd de verzameling Osthaus door de nieuw
opgerichte “Folkwang-Museumsverein” verworven door de stad Essen naar aanleiding
van een initiatief van kunstminnende Essener burgers. De collectie werd
ondergebracht in het stedelijk kunstmuseum en zo ontstond in 1922 Museum
Folkwang.
De stimulering van de toenmalige artistieke avant-garde door Osthaus en de met
hem bevriende directeur van het stedelijk kunstmuseum, Ernst Gosebruch, was een
expressie van een reformbeweging die ook de westelijke industrieregio door de
combinatie van kunst en dagelijks leven een nieuwe esthetische verschijningsvorm
moest geven. Als plaats van verzamelen en overbrengen van nieuwere en nieuwste
kunst kon het museum in enkele decennia wereldberoemd worden met als gevolg dat
het in het Derde Rijk doel werd van haatcampagnes. Meer als 1400 werken werden
als “entartet” beschouwd, geconfisqueerd en gedeeltelijk over de hele wereld
verkocht. Het grote verlies aan onvervangbare schilderijen en de verwoesting van
de twee museumgebouwen in de Tweede Wereldoorlog verwoestten het museum en zijn
collectie zo zeer dat in 1945 alleen nog ruïnes over waren. In de jaren 50 en 60
lukte het de toenmalige directeuren Heinz Köhn en Paul Vogt door het terugkopen
van werken en door nieuwe aankopen die zich oriënteerden aan de verlorengegane
werken, de pijnlijkste gaten weer te dichten. Met de uitbreiding van de
collectie tot aan de hedendaagse kunst was het museum al weer in de 70er jaren
groter dan ooit tevoren.
Het Museum Folkwang is tegenwoordig een van de meest gerenommeerde Duitse
kunstmusea met een uitmuntende verzameling schilderkunst en beeldhouwkunst van
de 19e eeuw, van de Klassieke Moderne, van de kunst van na 1945 en van
fotografie, waarvoor het museum sinds 1979 een eigen afdeling heeft. Het museum
ziet een uitdaging erin om zich op deze weg verder te ontwikkelen en opnieuw aan
te knopen aan de traditie van een variëteit aan media en een combinatie van
vrije en toegepaste kunst, waarom het tot 1933 zo beroemd was als “Schönstes
Museum für moderne Kunst”.
In augustus deelde Prof. Dr. Berthold Keitz, voorzitter van het curatorium van
het Alfred Krupp von Bohlen en Halbach instituut mede dat dit instituut als
enige middelen ter beschikking stelt voor de nieuwbouw van het museum Folkwang.
Winnaar van een ontwerpwedstrijd voor het nieuwe gebouw werd de architect David
Chipperfield. Het nieuwe gebouw werd geopend in januari 2010.
Verslag: Pieter Jakobs
|