Lezing:
"de schilder Henri Jonas"
Gehouden in "De Leste Geulde" op woensdag 19 januari 2011 door de heer Jan Min
uit Venray.
54 Belangstellenden bezochten deze boeiende lezing waarin de heer Min uitvoering
het leven beschreef van de schilder Henri Jonas uit Maastricht. Hij werd geboren
in 1878 waar hij na de lagere school huisschilder werd, net als zijn vader. In
1903 trouwde hij met Jenneke Roukens. Deze stierf al vroeg, tot groot verdriet
van Jonas, aan tuberculose in 1915.
Al vroeg volgde Jonas tekenlessen bij Rob Graafland en na het overlijden van
zijn vrouw stopt Jonas met zijn beroep als huisschilder en gaat naar Amsterdam
studeren aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. Daarna maakte hij reizen
naar Parijs en Brussel. Later vestigde hij zich weer in Maastricht aan de
Looierstraat 10 (het huis met de roos). In 1921 volgde de kennismaking met de
architect Boosten die de Koepelkerk in Maastricht ontwierp. Zij bleven hun hele
leven lang vrienden van elkaar.
In 1925 ontmoette hij Eugénie, een gescheiden vrouw, waarmee hij niet mocht
trouwen. Jonas raakte hierdoor in een diepe depressie, zijn tweede al, en werd
opgenomen, eerst in Maastricht in de Calvariënberg en later in Heilo en Venray.
De heer Min beschreef deze periode als: “Een leven lang lijden”, zijn
behandeling en zijn therapie, geďllustreerd met schilderijen, brieven en kaarten
waaruit zijn Jonas’ worsteling bleek. Als therapie schilderde hij vele doeken,
vaak met zijn onmogelijke liefde als onderwerp.
In 1938 keert hij terug naar Maastricht en trouwt in Luik met zijn Eugénie (Boosten
is getuige). Na het uitbreken van de tweede wereldoorlog wordt hij in 1941 weer
opgenomen in het Maastrichtse ziekenhuis Calvariënberg, naar verluid om hem te
beschermen tegen deportatie door de Duitsers in verband met zijn gedeeltelijke
Joodse afkomst. Hier had hij een eigen kamer en atelier. Op 15 september 1944,
een dag na de bevrijding van Maastricht, sterft Jonas op 66 jarige leeftijd.
Als in 1953 in Venray een grote overzichtstentoonstelling van werken van Jonas,
die in Venray zijn achter gebleven, wordt gehouden, laat zijn weduwe beslag
leggen op de 63 schilderijen. Zij vindt dat de werken van haar zijn en niet van
de congregatie of behandelende artsen. Na een jarenlang juridisch gevecht,
Eugénie sterft in 1954, sturen de nabestaanden aan op een schikking en worden de
schilderijen tussen de erfgenamen en de Venrayse bezitters verdeeld.
Verslag: Jan Vissers.
|