Lezing:
"Gemeentegrenzen op de schop.
Ontstaan, samenvoeging en herindeling van
gemeenten in de regio Horst-Venray, 1800-2010"
Door Drs. Paul van Meegeren
Lezing gehouden in "De Leste Geulde" op 27 januari 2010
Venray en
Horst hebben in het verleden nooit al te vriendschappelijke betrekkingen
onderhouden. Als de toenmalige Venrayse gemeentearchivaris veertig jaar
geleden in het hol van de leeuw een lezing had verzorgd over de herindeling,
dan was hij waarschijnlijk weggehoond. Intussen zijn de scherpste kantjes er
wel vanaf. De huidige Venrayse gemeentearchivaris, Paul van Meegeren, trof
in Horst dan ook een welwillend publiek bij zijn lezing over de geschiedenis
van de gemeentelijke herindelingen in de regio Horst-Venray.
Een geschikter moment voor een lezing over gemeentelijke herindelingen in
Noord-Limburg viel nauwelijks te bedenken. Op 1 januari gingen de
gemeentegrenzen in Noord-Limburg immers rigoureus op de schop. Op de linker
Maasoever resteren nu nog drie middelgrote gemeenten met elk circa
veertigduizend inwoners: Horst aan de Maas, Peel en Maas en Venray. En dat
terwijl er aan het begin van de Franse tijd in hetzelfde gebied – Land van
Kessel genaamd – nog twintig dorpen met elk hun eigen bestuur waren.
De Fransen smeedden het Land van Kessel in 1798 om in een kanton. Horst werd
zetel van het kantonbestuur. Waarom? Dat is vooralsnog onduidelijk. Mogelijk
moet de verklaring worden gezocht in de centrale ligging van Horst. Met het
inwonertal had het in elk geval niets te maken: Venray telde meer inwoners.
De eeuwige rivaliteit tussen Venray en Horst vormde trouwens toch een
running gag in de lezing van Van Meegeren. In Venray werd aanvankelijk met
jaloerse blikken naar Horst gekeken. Kantongerecht, marechaussee,
stembureau, notaris en kantonpastoor: het waren allemaal zaken die Horst wel
en Venray niet had en onmiskenbaar bijdroegen aan het prestige van Horst.
Dat kreeg echter een forse knauw toen Sevenum zich in 1836 afscheidde.
Volgens de eerste Sevenumse burgemeester Everts zou Horst "een ruimere
levenswijze" kennen en geen eenheid vormen. Sevenummers zouden daarentegen
zachter van karakter zijn. Een tweede smet op het Horster blazoen was het
feit dat de deken van Horst twintig jaar lang, van 1840 tot 1860, in Venray
woonde.
Vanaf het einde van de negentiende eeuw wist Venray zich te ontdoen van het
Horster juk. Het kreeg langzaam maar zeker een centrumfunctie. Na de Tweede
Wereldoorlog groeide Venray zelfs uit tot een tweede centrum van
Noord-Limburg, na Venlo. Horst moest zich noodgedwongen neerleggen bij deze
situatie. Illustratief is een uitspraak van de toenmalige Horster
burgemeester Geurts: "Ons industrieterrein ligt in Venray". Maar toen Venray
in 1971 zijn vingers uitstak richting Holthees, Maashees Overloon én de hele
gemeente Meerlo-Wanssum, reageerde Horst weer als door een wesp gestoken.
Nog zo’n repeterend patroon waarop Van Meegeren de aandacht vestigde, was de
haat-liefdeverhouding tussen Meerlo en Wanssum. Die begon al in de Franse
tijd. Wanssum kon moeilijk geschikte bestuurders vinden (vooral de
beheersing van de Franse taal vormde een probleem) en diende een verzoek tot
aansluiting bij Meerlo in. Maar de Franse autoriteiten stonden slechts toe
dat de Meerlose bestuurders tijdelijk in Wanssum uithielpen.
Anderhalve eeuw later was de situatie geheel anders. In september 1940 lag
een voorstel op tafel om Meerlo, Wanssum en Broekhuizen te doen opgaan in
één gemeente, met Meerlo als hoofdplaats. Dit was tegen het zere been van
Broekhuizen en vooral Wanssum. Tot een besluit zou het in die oorlogsjaren
echter niet komen. Ook een uit 1946 daterend voorstel om Meerlo en
Blitterswijck bij Wanssum te voegen en Tienray en Swolgen bij Broekhuizen
kende onvoldoende draagvlak. Uiteindelijk was het de in 1962 tot
burgemeester van Meerlo en Wanssum benoemde René Dittrich die de geesten
rijp wist te maken voor een fusie. Weerstand was er nauwelijks, totdat de
Wanssumse pastoor Slots zich op het allerlaatste moment tegen een fusie
kantte. Dittrich was woest en liet zich verleiden tot de uitspraak "Wie zou
willen wonen in een kern met zoveel heibel?"
De blauwdruk voor de meest recente herindeling lag volgens Van Meegeren al
in de jaren tachtig van de vorige eeuw klaar. Dat het toch nog meer dan
twintig jaar moest duren voordat het zo ver was, had te maken met het
overwinnen van emoties, met botsende belangen, met overspannen ambities en
meer van dat soort ongrijpbare zaken. Maar ook met tactiek. Op dat laatste
gebied stak, aldus Van Meegeren, een gemeente met kop en schouders boven de
rest uit: "Zou het laatste herindelingsproces maar één ronde hebben geduurd,
dan zou Meerlo-Wanssum waarschijnlijk in zijn geheel naar Venray zijn
gegaan. Horst aan de Maas heeft het heel slim gespeeld door Horst eerst te
laten fuseren met Broekhuizen en Grubbenvorst. Dat maakte de herindeling van
nu mogelijk." En dat complimentje van een Venraynaar staken de vijftig
aanwezigen graag in hun zak.
Wim Moorman
|