Lezing:
"De Limburgse School"
Een verrassend fenomeen
in de Limburgse kunst
uit de eerste helft van de twintigste eeuw"
Door de heer Harry Vriens uit Well
Gehouden
op
woensdag 4 november 2009
in zaal "De Leste Geulde" te Horst
Voor ongeveer 55 aanwezigen
hield de inleider, de heer Harry Vriens, een boeiend betoog over de
Limburgse schilderkunst rond 1900. De lezing was verdeeld in twee grote
delen. Vóór de pauze werd globaal de ontwikkeling van de schilderkunst van
1850 tot 1940 geschetst met steeds ook een verwijzing naar de ontwikkelingen
in Nederland.
Na de pauze was er vooral aandacht voor de ontwikkeling van de Limburgse
schilderkunst. Deze ontwikkeling liep parallel met de ontwikkelingen in
Europa en Nederland. Tijdens de lezing lag het accent vooral op Charles
Eyck, Joep Nicolas en Henri Jonas.
Voor de pauze kwamen achtereenvolgens aan de orde: Het Classicisme, de
Romantiek en vooral het Impressionisme. Dit laatste maakte echt een
revolutionaire stap vooruit door uit het atelier te stappen en in de
buitenlucht te gaan schilderen. Via de fransman Monet kwamen we bij
Nederlandse impressionisten zoals Weissenbruch en Breitner.
Hierna werden vele expressionisten getoond, te beginnen bij de schilders van
“Die Brücke” en “Der blaue Reiter” uit Duitsland. Veel aandacht voor
gevoelens en emoties weergegeven door harde en rauwe kleuren. Aan de hand
van veel voorbeelden werd dit duidelijk gemaakt.
Hierna kwam Pablo Picasso aan de orde, een van de oprichters van het
Kubisme. Alles was te vangen in een plat vlak, er was alleen sprake van
lengte en breedte.
Via de Vlaamse expressionisten kamen we in Nederland terecht waar diverse
groeperingen actief waren. Genoemd werden de “Bergense School”, “De Ploeg”
in Groningen en een groep schilders rondom schilder/arts Wiegersma uit
Deurne. Steeds werden kort de mensen, hun manier van werken en hun
beweegredenen op een amusante wijze naar voren gebracht,.
Na de pauze kwamen de Limburgse meesters aan de orde. Volgens de heer Vriens
wordt wel eens beweerd dat de Limburgse schilders in een isolement werkten.
Hij toonde aan dat dit zeker niet het geval was. Limburgse schilders kwamen
regelmatig in contact met hun vakgenoten in Nederland. Zij waren actief in
de kringen rondom de heren Wiegersma, Engelman en v.d. Venne (directeur van
Rolduc). Uitgebreid werd stil gestaan bij de werken van Charles Eyck, Joep
Nicolas en Henri Jonas. Ook hier weer vele mooie voorbeelden. Kenmerkend was
ook dat met name de eerste twee ook erkende glazeniers waren. Prachtige
glas-in-lood ramen kwamen er van hun hand. Joep Nicolas won zelfs een eerste
prijs met het “Sint Maartensraam” op de wereldtentoonstelling van Parijs. In
de kerken van architect Boosten kregen diverse meesterwerken een plaats.
Boosten bouwde verschillende kerken in Limburg waaronder de koepelkerk in
Maasricht, de kerk in Genhout en de Sint Lambertuskerk in Horst. Bij Jonas
lag het accent meer op de schilderkunst waarbij zijn innerlijke emoties
duidelijk terug te vinden waren in zijn schilderijen.
Tijdens de pauze en na afloop van de lezing was er nog gelegenheid om een
kleine tentoonstelling die de heer Vriens had ingericht, te bekijken.
Hiervan werd gretig gebruikt gemaakt waarbij ook nog nagesproken werd met de
inleider.
Om half elf sloot de voorzitter de lezing af onder dankzegging aan de
inleider. De mensen die er niet waren hebben echt iets gemist.
Een goed gevulde zaal
Jan Vissers
Secretaris. |