Wintercursus LGOG 2008/2009
"filosofie door de eeuwen heen"
Gehouden op
21 januari 2009,
4 februari 2009 en
11 februari 2009
in museum "De Kantfabriek" in Horst
Inleider was de heer Coen van
den Houten (1959) uit Eindhoven. Dr. Coen van den Houten heeft filosofie
gestudeerd in Tilburg en is docent filosofie aan het Philips van
Hornecollege te Weert.
De voorzitter mocht op de eerste avond 17 deelnemers verwelkomen die zich
aangemeld hadden. Hij introduceert de inleider en deze gaat van start met de
opmerking dat de lokatie voor een filosoof wel zeer inspirerend is. “De
Kantfabriek” genoemd naar een van de beroemdste filosofen die de
geschiedenis gekend heeft, n.l. Immanuel Kant, die van 1724 tot 1804 geleefd
heeft in Königsberg. Dit zal wel niet de bedoeling zijn geweest van de
oprichters van het museum maar is wel zeer toepasselijk.
Hij begint met een vertoog over filosofie, wat houdt filosofie in en wat is
de betekenis voor de mensen? Hoe kijkt men door de eeuwen heen tegen de mens
aan? Hiervoor heeft de filosoof allerlei “denkgereedschappen” ter
beschikking, zoals reflectie, abstractie, distantie, verwondering etc. Door
de tijd heen ligt het accent ook steeds ergens anders.
Aan de hand van een tijdbalk worden de vier grote tijdvakken van de
filosofie geschilderd. Te onderscheiden zijn:
1) Griekse en Romeinse oudheid: Socrates, Plato en Aristoteles waren de
grote vertegenwoordigers van deze stroming. Zij bekeken de samenhang van het
heelal, hielden zich bezig met de logica, ethiek en de rede.
2) Christelijke Middeleeuwen: Augustinus en Thomas van Aquino waren hier de
vertegenwoordigers van. Zij beschouwden het tijdelijke tegenover het
eeuwige, zij filosofeerden over de wetenschap (rede) binnen of onder het
geloof.
3) Moderne tijd: Over de mechanisering van het wereldbeeld, over rede als
wetenschap. In deze periode speelden René Descartes, Erasmus en Immanuel
Kant een hoofdrol. Het was de tijd van de Renaissance en de Verlichting, de
Franse revolutie en verder, emancipatie en optimisme.
4) Contemporaine wijsbegeerte: de mens van zijn voetstuk door Copernicus,
Darwin en Freud. De homo universalis is verdwenen, het is niet meer mogelijk
om alles te overzien, specialisatie en fragmentering is het gevolg. Bekende
namen uit deze periode zijn Karl Marx, Nietzsche, Heidegger, Sartre etc.
De avond wordt afgesloten met twee citaten van hedendaagse Nederlandse
filosofen, namelijk Ger Groot en Bert Keizer.
Tijdens de tweede avond werden twee filosofen nader belicht. Uitgebreid werd
ingegaan op het verhaal over “De grot van Plato”. Is de werkelijk die wij
zien wel de echte werkelijkheid? Of bevindt er zich achter de horizon nog
een andere werkelijkheid? Aan de hand van veel uitspraken en citaten werd er
uitgebreid gediscussieerd door de deelnemers. Daarnaast werd een filosoof
uit de Moderne tijd bekeken: René Descartes, wiens uitgangspunt was: “Ik
denk, dus ik ben”. Bij Plato is de basis het idee, bij Descartes is het de
persoon zelf. Afgesloten werd met een filmfragment uit de Teleacserie over
filosofie.
De laatste avond ging over ethiek, de leer over waarden en normen, wat goed
is om te doen.
Voordat de deelnemers verschillen casussen kregen voorgelegd gaf de heer van
den Houten een overzicht van de ethiek zoals die zich in de loop der eeuwen
heeft gemanifesteerd. Te onderscheiden zijn:
-De deugdethiek van Aristoteles. Aristoteles kende de deugd als een
eigenschap die gedurende het leven ontwikkeld kon worden. Deugden zoals moed
en rechtvaardigheid, passen in een samenleving.
-De plichtethiek van Immanuel Kant. Plicht is de morele eis die iedereen aan
zichzelf moet stellen, iemand anders mag je niet als middel gebruiken. Het
is je plicht om datgene voor een ander te willen wat ook goed is voor
jezelf.
-Het utilisme. Een ethiek uit de 18e eeuw. Kwam op vanuit Engeland. Hierbij
gold “Het grootste geluk voor zoveel mogelijk mensen” als uitgangspunt. Ook
lag een economisch begrip aan de basis en werd gekeken naar de verhouding
kosten/baten. Dus duidelijk iets voor de moderne tijd.
Daarna kregen de cursisten het verhaal “Voor God spelen in het ziekenhuis”
voorgelegd. Dit ging over de keuze die artsen moeten maken als er een
levertransplantatie moet plaats vinden. Er is maar één lever beschikbaar
voor vier patiënten. Deze vier patiënten werden, met hun voorgeschiedenis,
in beeld gebracht en wie heeft nu het meeste recht op een transplantatie?
Aan de hand van de 3 soorten ethiek werd zeer uitgebreid gediscussieerd over
het voor en tegen van iedere patiënt. Hoe gaat een arts te werk en wat voor
soort criteria dient hij te hanteren? Uiteindelijk bleek toch het merendeel
van de cursisten te zijn voor een soort wachtlijst aangevuld met wat
bijkomende criteria zoals haalbaarheid en risico. Het is een zaak van zeer
zorgvuldig afwegen.
Hiermee kwam er een einde aan een zeer boeiende cursus die eigenlijk veel te
kort was. Beoogd werd om een kennismaking met de filosofie aan te bieden en
daarin is de cursusleider uitstekend geslaagd, mede door het uitgebreid
aanbod aan teksten, citaten, beelden en geluiden, waarvoor dank.
Jan Vissers.
|