Lezing
"In dienst voor Napoleons Europese droom"
De verstoring van de
plattelandssamenleving in Weert
Door Dr.
Joost Welten op woensdag 30 januari 2008
in zaal "De Sport" Horst
Dr. Welten tijdens zijn grondige betoog.
In november 2007 is de heer
Joost Welten gepromoveerd op een onderzoek naar de soldaten die vanuit Weert
en omgeving werden opgeroepen om in dienst te treden in het leger van
Napoleon. Ook heeft hij onderzocht welke invloeden dit had op de samenleving
in Weert, waaruit op deze manier vele arbeidskrachten werden weggerukt.
Hierover heeft hij een ruim 700 pagina’s tellend boekwerk geschreven dat in
een oplage van 5000 stuks gedrukt werd. Voor een proefschrift een ongehoord
groot aantal.
Weert en omgeving viel vanaf oktober 1795 onder Frans bestuur. Hier werd in
1798 de dienstplicht ingesteld. Van tevoren waren er alleen huurlegers. De
dienstplicht hield in dat iedereen verplicht was om in dienst te gaan. Niet
iedereen werd ook daadwerkelijk opgeroepen, dit was afhankelijk van het
aantal soldaten dat Napoleon nodig had. In vredestijd bedroeg de diensttijd
vijf jaar, in oorlogstijd was dit onbeperkt. In het archief over Napoleon
werden in Weert ruim 3600 brieven van soldaten aangetroffen. Ook zijn er
memoires van soldaten bewaard gebleven, meestal van officieren of
elitetroepen. Van veel soldaten is ook niets achter gebleven, zij sneuvelden
naamloos op het slagveld, of stierven in de ziekenhuizen door allerlei
ziektes.
In Vincennes in Frankrijk, bij Parijs, is het legerarchief gevestigd. Van
alle soldaten ligt daar een dossier, maar dat bevat meestal alleen maar wat
zakelijke mededelingen. In de inleiding van zijn proefschrift beschrijft de
heer Welten zijn moeizame speurtocht in dit archief.
Vanuit Weert werden ruim 600 militairen opgeroepen. Van iedere jaarlichting
werd een aantal soldaten ingeloot. Zij die niet wilden en voldoende geld
hadden konden een remplacant sturen. Dit leverde veel geld op. In het begin
was dit 2200 francs. Als vergelijking, een gemiddeld jaarsalaris bedroeg
toen 300 francs, dus het was best lucratief voor iemand die geen inkomen
hadden. Met het verdiende geld kon men na terugkomst een eigen boerderijtje
kopen.
Van de eerste lichting vluchtten veel jongens de grens over, die was immers
vlakbij aan de andere kant van de Peel. Later was dat veel moeilijker. De
franse gendarmes hadden een grote invloed hierop. Zij werkten in kleine
brigades, soms als “undercover”-agenten, en achterhaalden veel deserteurs en
rolden netwerken op die vluchtwegen beschikbaar stelden.
De heer Welten hield een boeiend betoog over Napoleons soldaten, gelardeerd
met vele persoonlijke verhalen van jongens die in dienst gingen/moesten en
hun families, hun pogingen om een remplacant te vinden en de financiële
consequenties hiervan. Steun aan deserteurs werd later ook strafbaar
gesteld.
Er waren ook jongens die er trots op waren om te dienen voor Napoleon, dat
blijkt uit de vele heroďsche brieven die het thuisfront bereikten. Er waren
zelfs militairen die later overstapten naar de Franse gendarmerie.
In Horst en omgeving was de situatie vergelijkbaar met de situatie in Weert.
Ook hier werden honderden militairen weg gehaald om in dienst te treden voor
Napoleon. Horstenaar Jan Derix schreef hierover in 1983 samen met Sjef
Verlinden al een boek. De heer Welten vergeleek beide gebieden.
In 1812 en 1813 waren de veldtochten naar Rusland, 600.000 soldaten gingen
op pad, slechts 100.000 overleefden deze barre tochten. Dit betekende ook
dat er steeds meer soldaten nodig waren. Mobiele brigades werden in het
leven geroepen om de benodigde soldaten bij elkaar te krijgen.
De Fransen hadden in alle bezette gebieden een ambtelijk apparaat ingesteld
om deze te besturen. Na de val van Napoleon handhaafde koning Willem I dit
apparaat. Het hele stelsel van Napoleon, van het metrieke stelsel tot het
systeem van de burgerlijke stand bleef bestaan. Ook de gendarmerie, deze
werd omgevormd tot de marechaussee, maar met dezelfde taken. Napoleon
vertrok maar alles wat hij gerealiseerd had bleef bestaan. Dit betekent dat
het hele staatsmodel zoals dat tot nu toe heeft gefunctioneerd zijn
grondslag vindt bij Napoleon.
Na afloop van de lezing bestond nog de gelegenheid om het proefschrift in te
zien en aan te schaffen.
Ongeveer 70 geďnteresseerde toehoorders woonden deze lezing bij.
Jan Vissers
|